Reisverhalen
EEN WEEKJE MET DE CAMPER
Onze campervakantie begint op een zonnige dag in juli. Opgewekt gaan we op weg met een Carado T337 van Camperverhuur aan de Vecht. Het is de eerste keer dat we camperen en we zijn benieuwd hoe het zal bevallen.
De eerste middag rijden we naar een gratis camperplaats zonder voorzieningen in Wageningen, aan de Pabstendam 2. We hebben immers alles bij ons, dus het is een mooie gelegenheid om te proberen hoe dat gaat. De plek is mooi, bij een klein industrieel haventje en met prachtig uitzicht over de uiterwaarden. Er staan nog 3 campers en dat geeft een veilig gevoel. Het gezellige centrum is 10 minuten lopen. Waarom zijn we eigenlijk nooit eerder in Wageningen geweest, vragen we ons af. Het plein rondom de kerk barst van de terrasjes, waar je prima kunt eten en drinken voor weinig geld.
We slapen heel goed, die eerste nacht. En ‘s ochtends wakker worden in je kleine huis op wielen is leuk!
Witbier
Op de campernavigatie zoeken we een plek voor de volgende nacht. Deze keer eentje waar we water kunnen lozen en vullen en het toilet kunnen legen. Het wordt ‘t Crumpse Hoekje in Millingen aan de Rijn. Via een mooie route rijden we ernaartoe. Ook deze plek is prima: er kunnen 12 campers staan en er is een gebouwtje met een uitstekende douche (1 euro) en een wc. Water kost 1 euro, stroom 2 euro en de plek 8 euro. We staan er midden in de weilanden, Millingen zelf ligt een eindje verderop. Eigenlijk net iets te ver om even heen te lopen en we hebben geen fietsen bij ons. Maar we mogen fietsen lenen van de uitbaatster van de camperplaats, is dat niet sympathiek! In Millingen is niet veel te beleven. Wel vinden we een terras waar prima witbier wordt getapt en dat stemt ons al helemaal tevreden.
‘s Ochtends legen we voor de eerste keer het cassettetoilet. Voor de zekerheid houden we de gebruiksaanwijzing bij de hand. De cassette zit behoorlijk vol en is daardoor zwaar. We moeten hem ook nog omhoog tillen want voor het legen is een soort aanrechtje aangelegd. We staan behoorlijk te stuntelen, maar we krijgen het voor elkaar. De volgende keer zal het vast makkelijker gaan, hopen we.
Duitse broodjes
We gaan de grens over naar Duitsland en parkeren in Rees op een grote camperplaats aan de rand van de stad (Am Freibad, Ebentalstrasse, Rees). Voor 8 euro per nacht heb je hier een plek met stroom. Water bijvullen en lozen kan er ook. Rees ligt heel mooi aan de Rijn, het is een kwartiertje lopen naar de Rijnkade met restaurants en terrasjes.
‘s Avonds komt de parkeerkaartjescontroleur bij de campers langs, die meteen de bestelling opneemt voor de broodjesservice. Voor 2 euro 50 kunnen we de volgende ochtend 5 lekkere Duitse broodjes halen in zijn hokje bij de slagboom. Het camperen gaat ons steeds meer bevallen.
We blijven nog even in Duitsland en rijden na het ontbijt naar de camperplaats in Coesfeld. Die is gratis en heeft goede recensies maar wij vinden het er mistroostig uitzien. Misschien komt het door het weer, dat inmiddels is omgeslagen van zonnig naar zwaar bewolkt. We zoeken verder en besluiten naar Ahaus te gaan. Er zijn daar twee gratis camperplaatsen. Een in het centrum en een aan de rand bij het zwembad. We kiezen de laatste (Kombibad AquAHAUS, Unterortwick 32). Het blijkt nogal afgelegen te zijn, maar er is stroom voor 50 cent per kWh en water voor 1 euro. Er staan meerdere campers dus besluiten we het gewoon te proberen.
We maken een wandeling door het naastgelegen park, warmen wat knakworsten op - we houden het koken simpel deze week, een uitsmijter, een blik soep en vandaag dus knakworsten met salade - en hebben een prima avond.
Animatie en schilderijen
De volgende ochtend schijnt de zon weer. Het lijkt ons leuk om een stukje Achterhoek te doen, dus we keren terug naar Nederland. Misschien moeten we ook eens een grote camping proberen en ervaren hoe dat is. Den Blanken lijkt ons wel wat, vlakbij Neede. Per nacht 12 euro inclusief water en stroom. De camping is inderdaad behoorlijk groot maar de camperplaatsen zijn buiten de slagboom, lekker rustig. Er staat 1 andere camper. We schrijven ons in, voor het eerst want dat hoefde op de andere plekken niet.
Aan het eind van de middag komt vlakbij het camperveld een animatieteam de kinderen van de camping vermaken met balspelletjes en muziek. Weg rust! Maar het moet gezegd: de voorzieningen voor lozen en vullen en elektriciteit zijn hier prima. We legen nog eventjes het cassettetoilet, bijna voor de lol. Zie je wel dat het best meevalt, zeggen we tegen elkaar.
De bewoners van de andere camper laten zich niet zien en er komen geen campers meer bij die dag. Goedbeschouwd staan we moederziel alleen in een enorm weiland. Toch is zo’n grote camping niet ons ding.
De volgende dag gaan we naar Ruurlo, om de collectie schilderijen van Carel Willink te bekijken in kasteel Ruurlo. Het is prachtig. Na het museumbezoek lopen we nog even Ruurlo in voor een kop koffie. Daarvoor zijn ruim voldoende terrasjes beschikbaar. Een plek voor de nacht vinden we even buiten het dorp op minicamping Brinkman, 10 euro per nacht inclusief water en stroom. Wat een gezellige boerencamping! Er staan wat caravans met flink uitgebouwde voortenten en een stuk of 5 campers. We mogen kiezen waar we gaan staan: op het verharde deel naast de boerenschuur of op het weiland met bomen eromheen. We kiezen voor het laatste - het is warm en we willen wat schaduw.
Maar hoe leuk een boerencamping ook is, er kleeft een groot nadeel aan: door het vee dat gehouden wordt, stikt het er van de vliegen en muggen. Vooral die muggen houden ons uit de slaap, ondanks de horren die op alle ramen van de camper zitten. Deet brengt uitkomst, gelukkig hebben we dat altijd bij ons en muggen houden er helemaal niet van.
Aardbeien en onweer
De laatste dag rijden we naar Putten, naar camping De Rusthoeve. Een camping met alle voorzieningen, zodat we alles bij de hand hebben om de camper de volgende dag weer schoon in te kunnen leveren. Het is de duurste camping die we tot nu toe hebben gehad, 15 euro per dag, maar het is een prima camping met verschillende veldjes en keurig sanitair. En het leukste is dat die middag de aardbeienboer langskomt! Voor 2 euro 50 kopen we een enorme bak aardbeien, wat een genot.
We zien wel een beetje op tegen de nacht: er is zwaar onweer voorspeld. En daaraan voorafgaand is het drukkend warm. We pakken de ventilator die we van huis hebben meegenomen en plaatsen die strategisch tussen de bedden. Dat werkt prima en tot half vijf slapen we heerlijk. Dan begint het te plenzen, te weerlichten en te donderen. De bui blijft een uur boven ons hangen en al die tijd liggen we wakker. Het is een geruststellende gedachte dat de camper bij lange na niet het hoogste punt is hier. Een eindje verderop staat een grote antennemast en die zal zeker eerder het slachtoffer worden van een eventuele inslag. Maar er komt geen inslag, de bui trekt verder en we kunnen nog even slapen. Weer een ervaring rijker!
Na een week hebben we een goed beeld van wat camperen inhoudt. We hebben alles gedaan wat erbij hoort: water vullen, water lozen, het toilet legen, de gasfles vervangen, de luifel uitrollen, de pootjes uitdraaien voor meer stabiliteit, de camper op keggen zetten als we scheef stonden, we hebben gekookt, gedoucht en heerlijk geslapen. Het ging allemaal prima. En we zijn op plekken geweest waar we anders nooit komen.
Dus op de vraag van Sybren en Dorine als we de camper terugbrengen: ‘En, voor herhaling vatbaar?’ is het antwoord volmondig: ‘Nou en of!’
Luuk Sijbring en Annemien Boesveld
De eerste middag rijden we naar een gratis camperplaats zonder voorzieningen in Wageningen, aan de Pabstendam 2. We hebben immers alles bij ons, dus het is een mooie gelegenheid om te proberen hoe dat gaat. De plek is mooi, bij een klein industrieel haventje en met prachtig uitzicht over de uiterwaarden. Er staan nog 3 campers en dat geeft een veilig gevoel. Het gezellige centrum is 10 minuten lopen. Waarom zijn we eigenlijk nooit eerder in Wageningen geweest, vragen we ons af. Het plein rondom de kerk barst van de terrasjes, waar je prima kunt eten en drinken voor weinig geld.
We slapen heel goed, die eerste nacht. En ‘s ochtends wakker worden in je kleine huis op wielen is leuk!
Witbier
Op de campernavigatie zoeken we een plek voor de volgende nacht. Deze keer eentje waar we water kunnen lozen en vullen en het toilet kunnen legen. Het wordt ‘t Crumpse Hoekje in Millingen aan de Rijn. Via een mooie route rijden we ernaartoe. Ook deze plek is prima: er kunnen 12 campers staan en er is een gebouwtje met een uitstekende douche (1 euro) en een wc. Water kost 1 euro, stroom 2 euro en de plek 8 euro. We staan er midden in de weilanden, Millingen zelf ligt een eindje verderop. Eigenlijk net iets te ver om even heen te lopen en we hebben geen fietsen bij ons. Maar we mogen fietsen lenen van de uitbaatster van de camperplaats, is dat niet sympathiek! In Millingen is niet veel te beleven. Wel vinden we een terras waar prima witbier wordt getapt en dat stemt ons al helemaal tevreden.
‘s Ochtends legen we voor de eerste keer het cassettetoilet. Voor de zekerheid houden we de gebruiksaanwijzing bij de hand. De cassette zit behoorlijk vol en is daardoor zwaar. We moeten hem ook nog omhoog tillen want voor het legen is een soort aanrechtje aangelegd. We staan behoorlijk te stuntelen, maar we krijgen het voor elkaar. De volgende keer zal het vast makkelijker gaan, hopen we.
Duitse broodjes
We gaan de grens over naar Duitsland en parkeren in Rees op een grote camperplaats aan de rand van de stad (Am Freibad, Ebentalstrasse, Rees). Voor 8 euro per nacht heb je hier een plek met stroom. Water bijvullen en lozen kan er ook. Rees ligt heel mooi aan de Rijn, het is een kwartiertje lopen naar de Rijnkade met restaurants en terrasjes.
‘s Avonds komt de parkeerkaartjescontroleur bij de campers langs, die meteen de bestelling opneemt voor de broodjesservice. Voor 2 euro 50 kunnen we de volgende ochtend 5 lekkere Duitse broodjes halen in zijn hokje bij de slagboom. Het camperen gaat ons steeds meer bevallen.
We blijven nog even in Duitsland en rijden na het ontbijt naar de camperplaats in Coesfeld. Die is gratis en heeft goede recensies maar wij vinden het er mistroostig uitzien. Misschien komt het door het weer, dat inmiddels is omgeslagen van zonnig naar zwaar bewolkt. We zoeken verder en besluiten naar Ahaus te gaan. Er zijn daar twee gratis camperplaatsen. Een in het centrum en een aan de rand bij het zwembad. We kiezen de laatste (Kombibad AquAHAUS, Unterortwick 32). Het blijkt nogal afgelegen te zijn, maar er is stroom voor 50 cent per kWh en water voor 1 euro. Er staan meerdere campers dus besluiten we het gewoon te proberen.
We maken een wandeling door het naastgelegen park, warmen wat knakworsten op - we houden het koken simpel deze week, een uitsmijter, een blik soep en vandaag dus knakworsten met salade - en hebben een prima avond.
Animatie en schilderijen
De volgende ochtend schijnt de zon weer. Het lijkt ons leuk om een stukje Achterhoek te doen, dus we keren terug naar Nederland. Misschien moeten we ook eens een grote camping proberen en ervaren hoe dat is. Den Blanken lijkt ons wel wat, vlakbij Neede. Per nacht 12 euro inclusief water en stroom. De camping is inderdaad behoorlijk groot maar de camperplaatsen zijn buiten de slagboom, lekker rustig. Er staat 1 andere camper. We schrijven ons in, voor het eerst want dat hoefde op de andere plekken niet.
Aan het eind van de middag komt vlakbij het camperveld een animatieteam de kinderen van de camping vermaken met balspelletjes en muziek. Weg rust! Maar het moet gezegd: de voorzieningen voor lozen en vullen en elektriciteit zijn hier prima. We legen nog eventjes het cassettetoilet, bijna voor de lol. Zie je wel dat het best meevalt, zeggen we tegen elkaar.
De bewoners van de andere camper laten zich niet zien en er komen geen campers meer bij die dag. Goedbeschouwd staan we moederziel alleen in een enorm weiland. Toch is zo’n grote camping niet ons ding.
De volgende dag gaan we naar Ruurlo, om de collectie schilderijen van Carel Willink te bekijken in kasteel Ruurlo. Het is prachtig. Na het museumbezoek lopen we nog even Ruurlo in voor een kop koffie. Daarvoor zijn ruim voldoende terrasjes beschikbaar. Een plek voor de nacht vinden we even buiten het dorp op minicamping Brinkman, 10 euro per nacht inclusief water en stroom. Wat een gezellige boerencamping! Er staan wat caravans met flink uitgebouwde voortenten en een stuk of 5 campers. We mogen kiezen waar we gaan staan: op het verharde deel naast de boerenschuur of op het weiland met bomen eromheen. We kiezen voor het laatste - het is warm en we willen wat schaduw.
Maar hoe leuk een boerencamping ook is, er kleeft een groot nadeel aan: door het vee dat gehouden wordt, stikt het er van de vliegen en muggen. Vooral die muggen houden ons uit de slaap, ondanks de horren die op alle ramen van de camper zitten. Deet brengt uitkomst, gelukkig hebben we dat altijd bij ons en muggen houden er helemaal niet van.
Aardbeien en onweer
De laatste dag rijden we naar Putten, naar camping De Rusthoeve. Een camping met alle voorzieningen, zodat we alles bij de hand hebben om de camper de volgende dag weer schoon in te kunnen leveren. Het is de duurste camping die we tot nu toe hebben gehad, 15 euro per dag, maar het is een prima camping met verschillende veldjes en keurig sanitair. En het leukste is dat die middag de aardbeienboer langskomt! Voor 2 euro 50 kopen we een enorme bak aardbeien, wat een genot.
We zien wel een beetje op tegen de nacht: er is zwaar onweer voorspeld. En daaraan voorafgaand is het drukkend warm. We pakken de ventilator die we van huis hebben meegenomen en plaatsen die strategisch tussen de bedden. Dat werkt prima en tot half vijf slapen we heerlijk. Dan begint het te plenzen, te weerlichten en te donderen. De bui blijft een uur boven ons hangen en al die tijd liggen we wakker. Het is een geruststellende gedachte dat de camper bij lange na niet het hoogste punt is hier. Een eindje verderop staat een grote antennemast en die zal zeker eerder het slachtoffer worden van een eventuele inslag. Maar er komt geen inslag, de bui trekt verder en we kunnen nog even slapen. Weer een ervaring rijker!
Na een week hebben we een goed beeld van wat camperen inhoudt. We hebben alles gedaan wat erbij hoort: water vullen, water lozen, het toilet legen, de gasfles vervangen, de luifel uitrollen, de pootjes uitdraaien voor meer stabiliteit, de camper op keggen zetten als we scheef stonden, we hebben gekookt, gedoucht en heerlijk geslapen. Het ging allemaal prima. En we zijn op plekken geweest waar we anders nooit komen.
Dus op de vraag van Sybren en Dorine als we de camper terugbrengen: ‘En, voor herhaling vatbaar?’ is het antwoord volmondig: ‘Nou en of!’
Luuk Sijbring en Annemien Boesveld
CAMPERREIS ZWEDEN – DENEMARKEN
Voor deze vakantie was Zweden het doel van onze camperreis, en dan het zuidelijke deel, tot aan Stockholm. Na bestudering van de kaarten, besloten we niet de veerpont te nemen, maar via Denemarken over de weg naar Zweden te reizen.
Zaterdag 17 juni was het dan eindelijk zover, en rond 6 uur in de ochtend vertrokken we richting Bremen, om vervolgens via Hamburg en Flensburg naar Kolding te reizen. Op de camperplaats bij Kolding Lystbadehavn was onze 1e overnachting, met alle voorzieningen van de haven, op slechts een paar kilometer van de snelweg richting Zweden.
Zondag ging onze reis verder naar Malmo, via de Storebaeltbrug en de grote Oresundsbrug, die bekend werd in de serie The Bridge. Vanuit Malmo ging de reis via Trelleborg, Ystad, Sandhammaren, Simrishamn naar Ahus.
De volgende etappe ging langs de kust naar Karlskrona, waar vandaan we doorgereisd zijn naar Oland, het eiland bij Kalmar, met in het noorden een uitgestrekt natuurgebied, met het bekende Trollenbos, waar we 2 dagen in Kopingsvik hebben doorgebracht.
Vervolgens via Valdemarsvik naar Stockholm, de stad van de vele eilanden, en dus ook de vele bruggen. Vanuit Stockholm vertrokken naar Vadstena, gelegen aan het grootste meer van Zweden, het Vatternmeer. We hebben daar een paar dagen genoten van de mooie omgeving, een groot Oldtimer festival, en een schitterende golfbaan.
Vervolgens ging de reis naar Helsingborg, terug richting Denemarken voor de terugreis naar Nederland. Helaas viel het weer daar tegen, en bleek het in Kopenhagen beter te zijn, dus besloten we de volgende dag om dan maar verder te reizen naar Kopenhagen, wat achteraf een hele goede keuze bleek te zijn.
Op een mooi camping ten noorden van Kopenhagen, in Naerum, waar vanuit Kopenhagen perfect te bereiken is met de bus, die naast de camping stopt. Deze laatste stop van onze reis werd de verrassing van onze camperreis.
Kopenhagen is een schitterende stad, met uiteraard de wereld beroemde zeemeermin, het oude centrum met de mooie gebouwen, en natuurlijk Nyhavn, met de schilderachtige huisjes, en tot slot het grote en schitterende natuurpark Jaegersborg Dyrehave.
In dit uitgebreide natuurpark, ooit aangelegd in opdracht van voormalige koning van Denemarken voor de jacht. Niet alleen natuurschoon, de vele wandelpaden, maar ook de oude gebouwen, de rust, en de bijna 2.000 herten die daar vrij rondlopen. Tot slot ligt er ook nog een golfbaan in dit unieke natuurgebied, inmiddels ook op de Werelderfgoed lijst van Unesco. Wat ons betreft een aanrader voor iedereen die Denemarken of Zweden gaat bezoeken, Kopenhagen aan doen, en dan zeker ook het natuurpark ten noorden van Kopenhagen bezoeken.
Wij hebben weer genoten van onze camperreis, heel wat anders dan onze vorige reizen naar Italië en Frankrijk, maar zeker de moeite waard.
Francis en Bart Simons.
Zaterdag 17 juni was het dan eindelijk zover, en rond 6 uur in de ochtend vertrokken we richting Bremen, om vervolgens via Hamburg en Flensburg naar Kolding te reizen. Op de camperplaats bij Kolding Lystbadehavn was onze 1e overnachting, met alle voorzieningen van de haven, op slechts een paar kilometer van de snelweg richting Zweden.
Zondag ging onze reis verder naar Malmo, via de Storebaeltbrug en de grote Oresundsbrug, die bekend werd in de serie The Bridge. Vanuit Malmo ging de reis via Trelleborg, Ystad, Sandhammaren, Simrishamn naar Ahus.
De volgende etappe ging langs de kust naar Karlskrona, waar vandaan we doorgereisd zijn naar Oland, het eiland bij Kalmar, met in het noorden een uitgestrekt natuurgebied, met het bekende Trollenbos, waar we 2 dagen in Kopingsvik hebben doorgebracht.
Vervolgens via Valdemarsvik naar Stockholm, de stad van de vele eilanden, en dus ook de vele bruggen. Vanuit Stockholm vertrokken naar Vadstena, gelegen aan het grootste meer van Zweden, het Vatternmeer. We hebben daar een paar dagen genoten van de mooie omgeving, een groot Oldtimer festival, en een schitterende golfbaan.
Vervolgens ging de reis naar Helsingborg, terug richting Denemarken voor de terugreis naar Nederland. Helaas viel het weer daar tegen, en bleek het in Kopenhagen beter te zijn, dus besloten we de volgende dag om dan maar verder te reizen naar Kopenhagen, wat achteraf een hele goede keuze bleek te zijn.
Op een mooi camping ten noorden van Kopenhagen, in Naerum, waar vanuit Kopenhagen perfect te bereiken is met de bus, die naast de camping stopt. Deze laatste stop van onze reis werd de verrassing van onze camperreis.
Kopenhagen is een schitterende stad, met uiteraard de wereld beroemde zeemeermin, het oude centrum met de mooie gebouwen, en natuurlijk Nyhavn, met de schilderachtige huisjes, en tot slot het grote en schitterende natuurpark Jaegersborg Dyrehave.
In dit uitgebreide natuurpark, ooit aangelegd in opdracht van voormalige koning van Denemarken voor de jacht. Niet alleen natuurschoon, de vele wandelpaden, maar ook de oude gebouwen, de rust, en de bijna 2.000 herten die daar vrij rondlopen. Tot slot ligt er ook nog een golfbaan in dit unieke natuurgebied, inmiddels ook op de Werelderfgoed lijst van Unesco. Wat ons betreft een aanrader voor iedereen die Denemarken of Zweden gaat bezoeken, Kopenhagen aan doen, en dan zeker ook het natuurpark ten noorden van Kopenhagen bezoeken.
Wij hebben weer genoten van onze camperreis, heel wat anders dan onze vorige reizen naar Italië en Frankrijk, maar zeker de moeite waard.
Francis en Bart Simons.